Lunchroom ’t Trappetje: gewoon een trede hoger

Auteur: Redactie
18 april 2001
Lunchroom ’t Trappetje: gewoon een trede hoger

Ooit werd de fraaie toren van Kampen door de bliksem getroffen. En wonder boven wonder begon bovenop die toren gras te groeien. De Kampenaren dachten: Hé, we hijsen een koe omhoog; die kan het gras mooi opeten. Ze legden een strop om de hals van de koe en... Helaas heeft het arme beest die exercitie niet overleefd. En waar is toch die grote steur gebleven die door de Kampenaren gevangen was, maar ‘tijdelijk’ teruggezet werd in de IJssel; wel met een bel aangebonden natuurlijk, opdat ze hem makkelijk zouden kunnen terugvinden? - ‘Kampense uien’ worden de inwoners van deze oude IJsselstad door jaloerse (?) streekgenoten genoemd, maar is dat terecht? De Kampenaren hebben immers de succesvolle Kampense Ui(t)dagen uitgevonden, en met die ene lunchroom is ook niets mis.

Gert Wijshuis is een geboren en getogen Kampenaar, dus hij ontvangt zijn streekgenoten - inclusief hun grappen en grollen - met locale gemoedelijkheid. Deze man is zo gastvrij en ontspannen dat niemand zou vermoeden dat hij ’t Trappetje pas onlangs (negen maanden geleden) overgenomen heeft. Hoewel het ook weer niet zo opzienbarend is, want Wijshuis had reeds een respectabel horecaverleden: negentien jaar als bedrijfsleider in een café-restaurant/zalencentrum. Daar kwam een nieuwe eigenaar, en dat boterde niet. Wijshuis ging dus op zoek naar een nieuwe werkgever, maar hij had - naar eigen zeggen - zijn leeftijd niet mee.

Toen kwam het toeval hem te hulp. Wijsman: ‘De vorige eigenaar van deze lunchroom wist dat ik met de gedachte speelde om voor mijzelf te beginnen. Zijn dochter heeft namelijk twee jaar bij mij stage gelopen. Op een gegeven ogenblik belde hij mij op met de vraag of ik interesse had.’

De zondag vrij; de zaterdagavond vrij... Uiteraard had Wijsman interesse. ‘Bijna twintig jaar lang was ik van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat in de weer geweest,’ vertelt hij. ‘Deze lunchroom was voor mij een verademing. Bovendien sprak het concept van ’t Trappetje mij aan, bijvoorbeeld zoals de koffie geserveerd werd: met een likeurtje, slagroom, koffieboontjes en een glaasje water.’

Zelfs de jeugd

Vanzelfsprekend heeft hij even moeten wennen. Weisman: ‘Ik had altijd van die grote partijen gedaan: feesten met zo’n tweehonderd personen.’ - En met een knikje van zijn hoofd in de richting van zoon Ricardo: ‘Hij heeft vanaf zijn geboorte zijn vader en moeder altijd in die drukke zaak zien werken. Het verbaasde mij dan ook niks dat Ricardo weliswaar graag de horeca in wilde, maar dan wel in een dagzaak.’

Vrijwel dagelijks krijgen vader en zoon complimenten over de koffie. Gert Wijsman: ‘Wij behoren hier tot de weinige zaken die het op deze manier doen. Als mensen uit Kampen hier een keer binnen zijn geweest, komen ze meestal wel terug. Zelfs de koekjes worden speciaal voor ons gemaakt door de bakker; die krijgt niemand anders in de stad.’

Lunchroom ’t Trappetje ligt aan de Oudestraat. Deze winkelstraat is lang, heel lang; het mag dus geen verwondering wekken dat veel winkelende mensen hier even uit komen puffen. Maar de toeristen weten dit historische pand ook te vinden, en zelfs de jeugd laat niet verstek gaan. ‘Vooral op de vrijdagavond,’ aldus Wijsman. ‘Dan zetten we achterin twee tafels neer waaraan al snel zo’n twintig, dertig jongens en meiden zitten.’

Vrijdagavond? Het is toch een dagzaak? Jawel, maar niet op de koopavond; dan is ’t Trappetje open tot half elf, soms elf uur. Over de openingstijden doet Wijsman, noch de gemeente, erg moeilijk. Beter gezegd: helemaal niet. Door de week is de lunchroom tot zes uur open, maar als iemand om kwart voor zes binnenkomt voor plate service, dan kan hij of zij in alle rust ‘de tijd nemen’.

De toeristen - veel Duitsers - komen ‘so wie so’ in deze zaak terecht, aangezien de door de VVV uitgezette route keurig naar de koffie van Wijsman leidt. Niet omwille van die koffie trouwens - hoewel dat niet onterecht zou zijn -, maar omdat ’t Trappetje vroeger de kantoorruimte was van de eerste sigarenfabriek van Nederland (1820). Veel later werd het een Chinees restaurant; vervolgens een ‘swingcafé’; daarna gelukkig - ruim zeven jaar geleden - een lunchroom.

Wellevend

Hoewel, lunchroom... Vanaf een uur of vijf komen hier veel mensen binnen die doodgemoedereerd een Duitse biefstuk met gebakken uitjes, een tournedos, cordon bleu of twee scholfilets bestellen; dat alles met diverse soorten groenten, aardappelen en frites. En mochten ze even niet in de stemming voor vlees zijn, dan kunnen ze kiezen uit acht verschillende soorten pannekoeken.

Deze zaak nodigt dan ook uit om rustig plaats te nemen: in ’t Trappetje hangt geen ‘fastfood-ambiance’; het is geen ‘Mac’. Iets uit vroeger tijden is hier blijven hangen; dus de gast blijft ook lekker lang. In 1989 is het pand zo veel mogelijk in oude, karakteristieke stijl geheel verbouwd. Op de menukaart staat: ‘Oude stijl en karakteristiek; dat stond vroeger voor wellevendheid en hoffelijkheid. Een traditie die wij hier in de Oudestraat graag in ere houden.’ - Tsja, en waar gaan tegenwoordig nog winkels een uurtje dicht, tussen de middag? Of tussen vijf en zeven? Nou, in Kampen. De winkeliers zitten dan in ’t Trappetje te eten.

Met zo veel gasten van een verschillend pluimage zou je een kaart verwachten die bol staat van de diversiteit, maar dat valt tegen. ‘We hanteren nog de kaart van de oude eigenaar,’ verklaart Ricardo. ‘We zijn immers nog maar kort bezig.’ En pa: ‘Ik vind wel dat we een uitgebreide kaart hebben voor een lunchroom: zo’n zes soorten pistolets; allerlei soufflés... Mijn vrouw zei in het begin: “Jongen, daar word je helemaal gek van.” Maar na verloop van tijd kregen we het onder de knie.’ (Mevrouw Wijsman staat in de keuken.)

De Kampense lunchroomgast verschilt niet van zijn ‘soortgenoten’ elders in den lande, meent Wijsman. Dus een zekere wispelturigheid hoort erbij. Wijsman: ‘De ene keer verkoop je alles, de andere keer alleen maar koffie. Dan zeggen wij ook wel eens tegen elkaar: “Hoe kan dat nou?” We hebben bijvoorbeeld acht soorten gebak; in het weekeinde zelfs tien of elf. Afgelopen zaterdag bleef plotseling van alles over. Dat heb ik nog nooit meegemaakt. Normaal gesproken is zaterdagmiddag om vier uur alles op. Elf soorten gebak kom je in weinig lunchrooms tegen. De vorige eigenaar heeft dat goed opgezet.’

Sigarenbandjes

Op de vraag of ’t Trappetje meegaat met de trends, antwoordt Wijsman gedecideerd: ‘Niks van dat spul.’ - Geen bagels, muffins of aanverwante ‘toestanden’ dus. Niet zozeer vanuit een beginsel, maar: ‘We hebben ons niet echt verdiept in dat spul. Er is ook geen vraag naar.’ Ricardo: ‘De mensen die een speciaal broodje willen, schieten al snel de croissanterie aan de overkant binnen.’

Waarin onderscheidt ‘t Trappetje zich dan, afgezien van het likeurtje bij de koffie en het ruime aanbod in gebak? Wijsman: ‘Eigenlijk in niets. We doen het allemaal op dezelfde wijze.’ - Maar de ingelijste verzameling sigarenbandjes is natuurlijk opvallend. Ricardo: ‘Ze zijn van de grootste verzamelaar van sigarenbandjes van Europa. Hij hangt om de drie maanden nieuwe op. De mensen komen er echt voor.’ (Even in de herinnering terugroepen: ’t Trappetje hoorde bij de eerste sigarenfabriek van ons land.)

Voor de rest van de inrichting geldt: ‘Het stond er allemaal al.’ - Daar zit overigens wel een gedachte achter. Wijsman: ‘Ik wilde eerst eens van de mensen horen wat ze ervan vonden. Je moet niet te snel dingen veranderen. Dus niet de tent een week op slot en de eigen inbreng botvieren. Ik ben blij dat ik dat niet gedaan heb, want het zou me een boel klanten gekost hebben. De mensen vinden het gezellig zo. Ik heb de zaak wel wat strakker ingericht. De vorige eigenaar had heel veel kleine pruttel staan: allemaal kaartjes en bordjes. Ik houd absoluut niet van al die reclamedingetjes. Dan verkoop ik liever een broodje minder.’

Standaard telt ’t Trappetje 86 zitplaatsen. De tafels staan ruim opgesteld; ’s zaterdags komen er 6 bij. Best een grote zaak dus; aanlokkelijk voor jong en oud. Maar piepjong en bejaard zullen toch hun bedenkingen hebben. Vanwege de trap natuurlijk. Beneden kan gebeld worden, zodat vervolgens de kinderwagen met vereende krachten omhoog gezeuld kan worden. Maar ouden van dagen... ‘Het zal u verbazen wat nog naar boven komt klimmen,’ aldus Wijsman. ‘We hebben een klant die telkens zo’n tien minuten werk heeft om boven te komen, maar hij komt steevast iedere zaterdag koffie drinken. Zijn vrouw zit dan allang aan een tafeltje. “Hij komt vanzelf wel,” zegt ze dan.’

Hardlopers

Het ‘twaalfuurtje’ is favoriet in deze lunchroom. Daar wordt mee bedoeld: een snee brood met kroket, een snee met ham en gebakken ei, plus wat huzarensalade (fl 10,25). Wijsman: ‘Als ik zie hoe veel die erdoor gaat... Vanmiddag ook weer. In zoiets traditioneels ga ik dan ook niet sleutelen.’

Een bloemlezing uit de kaart: koffie (3,-); Dokkumer koffie (met Beerenburg en slagroom; 7,25); karafje Happy Driver (jus d’orange met twee alcoholvrije likeuren; 4,-); patat met hamburger en gebakken uitjes (8,75); pistolet Gezond (8,50); tournedos (30,50). De specialiteit van het huis heet ‘Trappelino met slagroom’; het is een warme, romige appelsoufflé met frisse vulling van appel, rozijnen en vanillesaus (3,75).

‘Sinds kort hebben we een kassa waarmee we perfect kunnen zien wat de hardlopers zijn, en welke producten te weinig in trek zijn,’ vertelt Wijsman. ‘Over circa een half jaar zullen we dus in deze uitgebreide kaart gaan strepen.’ Er zal ongetwijfeld genoeg lekkers overblijven.

LU21Jaar

Overig nieuws