Interview: Ton de Jonge, Bakkerswinkel Den Haag

Auteur: Thijs Jacobs
10 april 2017
Interview: Ton de Jonge, Bakkerswinkel Den Haag

Ton de Jonge is vanaf 1 april bedrijfsleider van de Bakkerswinkel in Den Haag. De vestiging vind je in een uniek pand, met maar liefst drie verdiepingen. In Nederland heeft de Bakkerswinkel nu al acht vestigingen, die je vindt in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Zoetermeer en Den Haag. 

Ton is geen onbekend gezicht, want tot een jaar geleden was hij ‘shiftleader’ in de Zoetermeerse vestiging van de lunchroomketen. “De horeca zit bij mij in het bloed: al vanaf mijn veertiende werk in in de horeca, inmiddels ben ik 29 jaar oud. Van lunchroom tot sterrenzaak; ik heb eigenlijk alles al gezien en meegemaakt”, vertelt de enthousiaste bedrijfsleider. Ton kreeg het wel voor zijn kiezen, want nadat hij op 31 maart de laatste dienst draaide bij zijn oude werkgever, ging op 1 april alweer vroeg de wekker om hem aan te sporen om naar Den Haag te vertrekken voor zijn eerste dag bij de Bakkerswinkel. "De overgang was voor mij niet zo lastig, aangezien ik ervaring had in Zoetermeer. Daarnaast heeft de oude bedrijfsleider me wel een beetje wegwijs gemaakt. Mij krijgen ze niet zomaar gek, vooral door mijn ruime horecaervaring." 

Aantrekkelijke uren

De terugkeer naar de Bakkerswinkel was een logische stap voor Ton, vooral dankzij de mogelijkheid om bedrijfsleider te worden en de aantrekkelijke werktijden die een dagzaak biedt. “Drie jaar geleden ben ik getrouwd; dat is voor mij een belangrijke motivatie geweest om op zoek te gaan naar een functie met meer regelmatige werktijden en een grotere verantwoordelijkheid”, aldus de energieke bedrijfsleider. “Hiervoor werkte ik dan ook in horecazaken waar je geregeld van tien uur ‘s ochtends tot middernacht bezig was; dat is binnen de horeca geen uizondering.”

Leermeesters zijn belangrijk

De ambitie straalt van Ton af: “Ik heb altijd toegewerkt naar een hogere functie. Tijdens mijn loopbaan heb ik altijd opleidingen en cursussen gevolgd om me verder te bekwamen. Zelf ben ik dan leermeester en het belang van leermeesters binnen de horeca moet zeker niet onderschat worden. Persoonlijk heb ik het vak in de praktijk geleerd, net zoals veel jongeren die vier dagen per week in de praktijk ervaring opdoen en één dag per week op school zitten. Of er verschil is tussen een restaurantkeuken en die van een dagzaak? Zeker. Alhoewel ik uit de bediening kom, kan ik hier in de keuken een grote bijdrage leveren. In restaurants wordt er meer met toevoegingen gewerkt en is de keuken uitgebreider, in lunchrooms werk je met pure bestanddelen. Een broodje beleg je doorgaans met beleg, sla en dressing. Meer niet, maar je maakt wel een eerlijk gerecht. Dat is juist zo mooi.”

Iedere zaak is anders

De Bakkerswinkel heeft een eigen ‘smoel’, een eigen identiteit. Bovendien is iedere vestiging anders. “Hier in Den Haag hebben we te maken met andere vraag van de gasten dan in Zoetermeer. De vestiging in Zoetermeer zit er al zo’n veertig jaar, de vestiging in Den Haag bestaat zes jaar. Daardoor komen er in Zoetermeer veel gasten van het eerste uur, die bijvoorbeeld absoluut geen sojamelk bestellen. In Den Haag is dat anders; we zien hier een jonger publiek dat daar wel om vraagt. Het is maar één voorbeeld, maar verschil is er zeker. Het is geen harde formule, maar we stralen wel gemoedelijkheid uit in iedere vestiging. Dat ‘ouderwetse’ slaat aan; bijna iedereen is op zoek naar een huiselijk adresje waar je rustig kunt bijkletsen of kunt werken onder het genot van de lekkerste taarten en lunchgerechten. Bovendien werken we binnen onze vestigingen goed samen; we werken met leuke, hechte teams.”

Taart uit eigen keuken

De taarten zijn subliem; daar staat de Bakkerswinkel om bekend. “Klopt”, zegt Ton. “Die komen dan ook allemaal uit de eigen keuken, terwijl we het brood halen bij vanmenno. Als we ook het brood zelf zouden bakken, dan moeten we om vijf uur ‘s ochtends al beginnen met bakken”, vertelt de vrolijke horecaman lachend.

Kat in de stad

De een vindt het fantastisch, terwijl de ander er het zijne van denkt… We hebben het over de katten in de zaak. “Ja, zelf ben ik meer een ‘hondenman’”, vertelt Ton. “De katten waren hier al toen ik hier pasgeleden begon, maar ze zijn een onderdeel van het interieur en veel gasten komen speciaal voor de lieve gezelschapsdieren naar onze zaak. We hebben er twee en ze zijn ongelofelijk sociaal en aanhankelijk. Ik moet eerlijk zeggen dat er toch wel heel veel gasten zijn die speciaal voor de katten hiernaartoe komen. Het draagt ook bij aan de huiselijke sfeer.”

Jaren dertig

Sfeervol is het zeker, uit de speakers hoor ik muziek uit de jaren dertig en de meubels lijken uit hetzelfde tijdperk te komen. Supergezellig. En dat terwijl de zaak best groot is. Ton: “De ruimte wordt goed benut. We bieden vergaderarrangementen voor groepen van tien tot vijftig man en we kunnen ongeveer 250 man kwijt, verdeeld over de drie verdiepingen. Dat schept mogelijkheden, zeker op zo’n mooie locatie in het centrum van Den Haag.”

ADO Den Haag

De Jonge is een hartstochtelijke Hagenees en ook vaak te vinden in het stadion van ADO Den Haag, de club die zich de laatste paar weken weer heeft opgericht in de Eredivisie. Ton is zelf wel verkast naar Zoetermeer, waar hij gemakkelijker een passende woning kon kopen. “Het is heerlijk in Zoetermeer, maar mijn hart ligt in Den Haag”, vertelt hij. “Wist je trouwens dat ik dagelijks op de mountainbike naar mijn werk fiets? Dat is zo’n 45 minuten stevig doortrappen, maar het houdt me gezond. Parkeren is in het centrum ook wat lastig en vanaf Den Haag CS is het al gauw twintig minuten lopen.” Ondanks de barre fietstochten lijkt Ton vast van plan om nog lange tijd bedrijfsleider te blijven in deze mooie vestiging van de Bakkerswinkel. Aan zijn enthousiasme en professionaliteit zal het in ieder geval niet liggen...

CHECK HIERONDER DE SFEERREPORTAGE VAN DE BAKKERSWINKEL IN DEN HAAG:

Bakkerswinkel en Haag Ton de Jonge interview

Overig nieuws